88 jaar is ze nu. Ik kom nu 2 jaar meerdere keren per week bij haar om haar te helpen. Van beginnende dementie, waarbij ze verdrietig en boos was en de hulp van het team ontzorgverleners helemaal niet zag zitten, zijn we inmiddels dikke vriendinnen geworden die samen kunnen lachen, heel veel samen praten, elkaar vertrouwen en elkaar regelmatig vertellen hoe blij we met elkaar zijn. We ontbijten of dineren samen, we wandelen met de hond, zingen, dansen, knutselen en lezen. Ik ken haar. Ze heeft me haar leven verteld, ik ken haar verdriet, ik ken haar woordgrapjes, haar onzekerheden en haar interesses. Ze is voor mij een mooie mengeling van een oma, een vriendin en een kind.
Gisteren hoorde ik dat haar kinderen ervoor gekozen hebben haar naar een verzorgingshuis te brengen. Weg uit haar nog altijd keurig opgeruimde, gezellige huisje met alle verzamelde spulletjes. Weg van haar hondje, haar balkonnetje met de prachtige bomen ervoor. Weg van de dagelijkse één op één aandacht die ze nu krijgt. Naar een huis waar ondanks alle liefdevolle zorg alleen maar mensen wonen die zich verloren voelen. Waar ze een "bewoner" wordt. Een patiënt. Mijn hart breekt bij de gedachte.
Ik haat dit land, waar we met z'n allen te druk zijn om deze kwetsbare mooie mensen, onze ouders en grootouders, bij te staan in de laatste fase van hun leven.
Reactie plaatsen
Reacties